Heineken

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

In 1592 stichtte Weijntgen Elbers, weduwe van een brouwer, in Amsterdam Bierbrouwerij 'Den Hoybergh', gelegen aan de Nieuwenzijdse Voorburgwal. Deze groeide uit tot één van de grootste van Holland, maar was duidelijk op haar retour toen in 1864 Gerard Adriaan Heineken, op 22-jarige leeftijd, eigenaar werd. In de visie van deze zakenman moest de Stoombierbrouwerij de Hooijberg van de Firma Heineken & Co een zeer rendabele onderneming worden door goede en constante kwaliteit te leveren en door de exporteren. De ontwikkelingen gingen snel. Op 11 januari 1873 veranderde de naam in Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij N.V. waarvan Gerard Adriaan Heineken de president-directeur werd. In 1874 werd aan de Rotterdamse Crooswijksesingel een brouwerij geopend. In het eigen laboratorium slaagde dr. Elion, leerling van Louis Pasteur, er in 1886 als eerste in Nederland in om een eigen reincultuur af te scheiden: het Heineken A-gist. Deze gistsoort vormt tot op de dag van vandaag de basis van het Heineken Bier. In 1886 werd een nieuwe brouwerij gebouwd aan de Stadhouderskade in Amsterdam. In 1887 werd overgeschakeld op ondergistend bier, terwijl in 1888 -zeer vooruitstrevend- de eerste koelmachines werden geinstalleerd. In 1889 krijgt het Heineken Bier op de wereldtentoonstelling in Parijs de 'Grand Prix Paris', een onderscheiding die sinds die tijd op de Heineken-etiketten staat vermeld. In 1893 komt Gerard Adriaan Heineken te overlijden, waarna de brouwerij wordt geleidt door een bestuur onder leiding van zijn weduwe. In 1917 wordt zoon Henry-Pierre Heineken benoemd tot president-directeur. Tot 1940 blijft hij voorzitter van de raad van bestuur, daarna wordt hij benoemd tot gedelegeerd commissaris van de Raad van Commissarissen. Toen Nederland kort na de Eerste Wereldoorlog minder dorstig was, werden nieuwe bierdrinkers over de grens gezocht. België, Groot-Brittannië, West-Afrika en Indië werden gewonnen voor het gerstenat uit Amsterdam. Slimme timing zorgde ervoor dat slechts drie dagen na het opheffen van de drooglegging in de Verenigde Staten de eerste lading Heineken New York bereikte. Het is er nog steeds het meest gedronken importbier. Op 1 juni 1942 treedt Alfred Heineken in dienst van Heineken. In 1964 wordt hij lid van de Raad van Bestuur en in 1971 wordt hij benoemd tot voorzitter van deze Raad, wat hij blijft tot zijn terugtreden in 1989. Hij wordt opgevolgd door de heer G. van Schaik, die op zijn beurt in 1993 weer wordt opgevolgd door de heer K. Vuursteen. De goede kwaliteit van het bier en het scherpe zakelijke instinct van Heineken deden het bedrijf groeien als kool. In de loop der jaren werden vele brouwerijen (waaronder De Sleutel en Van Vollenhove) overgenomen en exportmarkten ontgonnen. Na de drooglegging van de Verenigde Staten veroverde Heineken ook dit land. Eind 1958 werd in Den Bosch een nieuwe brouwerij geopend. In 1968 kwam de fusie met Amstel, tot dan toe de grootste concurrent, tot stand.

AMSTELBROUWERIJ In 1870 werd door de firma De Pesters, Kooij & Co o.l.v. jonkheer C.A. de Pester en de heer J.H. van Marwijk besloten een brouwerij voor de productie van ondergistend bier op te richten. Nog datzelfde jaar werd de eerste steen gelegd. In januari 1872 ging het eerste bier de poort uit. In 1873 verkocht 'De Pesters, Kooy & Co' al 25.000 hl, zij het vooral in Amsterdam. Grootste afnemer was de kermis op het huidige Rembrandtsplein: tot drie weken erna was geen Amstel verkrijgbaar. In 1883 volgde de eerste export, richting Engeland en Indië. Begin 1890 werd de naam 'Beiersch Bierbrouwerij de Amstel' die later gewijzigd werd in Amstel Brouwerij NV. Evenals stadsgenoot en concurrent Heineken was het een technisch en commercieel goed geleide onderneming. Ze verwierf zich in Amsterdam en directe omgeving een aanzienlijk marktaandeel en begaf zich vervolgens op de landelijke markt met hetzelfde succes. Na de WO II begon ook Amstel te exporteren. Ten tijde van de fusie met Heineken was Amstel Bier in 120 landen over de gehele wereld verspreid te koop.

Na de fusie opende men in 1975 een gigantisch groot nieuw brouwerijcomplex in Zoeterwoude, waar ook het hoofdkantoor is ondergebracht. Na de sluiting van de Amsterdamse Amstelbrouwerij in 1980 vindt de productie van dit merk plaats bij de brouwerijen in Zoeterwoude en Den Bosch. Hoewel beide biermerken uit dezelfde brouwerijen komen, worden beiden volgens de eigen receptuur gebrouwen en is er dus een verschil in smaak. Vanaf 1988 werd er niet meer gebrouwen aan de Amsterdamse Stadhouderskade. Het pand werd in gebruik genomen als museum: de Heineken Experience. In 1982 nam het concern Brouwerij de Ridder over en in 1989 de Koninklijke Brand's Bierbrouwerij. Heineken nam in 1992, als grootste bierexporteur ter wereld, 7,5% (tegen 6,7% in 1991) van het uit Nederland geexporteerde bier voor haar rekening.

De Franse brouwerij 'Francaise de Brasserie' heet sinds 1 januari 1993 'Brasseries Heineken'. Brasseries Heineken heeft in 1993 drie brouwerijen in: Schiltigheim, Mons-en-Baroeul en Marseille. Het hoofdkantoor staat in Rueil-Malmaison, een stadje dat aan Parijs is vastgegroeid alwaar in 1993 210 mensen werkten.

In 1997 stegen de verkopen van onder toezicht van Heineken gebrouwen bier met 4,4% tot 73,8 miljoen hectoliter.

In 1999 werd Heineken door merkenbureau Markgraaf uitgeroepen tot het nationale merk van de eeuw. De criteria die werden gehanteerd waren: 1.het merk is van Nederlandse origine; 2.het merk is reeds lange tijd in gebruik; 3.het merk heeft potentie om ook in de volgende eeuw gebruikt te worden; 4.ondernemend Nederland kan zich een duidelijk beeld bij het merk vormen.

Op 26 mei 2000 nam Heineken een aandeel van 50% in Affligem Brouwerij BDS (voorheen Brouwerij De Smedt) in Opwijk. De abdij Affligem, die eigenaar is van het merk, brouwt dit bier al sinds de elfde eeuw. Heineken verzorgde sinds 1980 de marketing en distributie van dit bier in Nederland en Frankrijk. Heineken sloot tevens een licentie-overeenkomst met de abdij voor de rest van de wereld. De licentie voor België en Luxemburg berust bij Brouwerij Affligem BDS. De Affligem Brouwerij had in 2000 een capaciteit van 70.000 hectoliter en bood op dat moment werk aan ongeveer 30 personen. Heineken hoopte met deze actie haar positie in het segment van de speciaalbieren te versterken terwijl de overeenkomst betere afzetkansen biedt voor de partners. In 2001 werd het aandeel vergroot naar 95%. Het restant bleef in handen van de toenmalige bestuursvoorzitter. In april 2002 volgde Anthony Ruys Karel Vuursteen op als topman van Heineken. Ruys was hiervoor vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken. Op 3 januari 2002 kwam Alfred Henry (Freddy) Heineken, geboren op 4 november 1923 in de Cornelis Schuytstraat in Amsterdam, te overlijden als gevolg van een longontsteking. In mei 2003 werd de Oostenrijkse brouwer Brau Beteiligungs Aktiengesellschaft (BBAG) overgenomen. Het was de grootste overname van Heineken ooit.

In maart 2004 introduceerde Heineken de BeerTender, een compact tapsysteem voor thuis, ontwikkeld in samenwerking met Krups. De introductie werd gesteund door een internet-site: http://www.beertender.nl. Ook werd datzelfde jaar de Heineken Cooltap geintroduceerd, een vergelijkbaar tapsysteem voor de thuisverbruiker. In 2005 werd op de Amerikaanse en Franse markt de Draught Keg geintroduceerd, een nieuwe biertap voor thuis. De beertender werd op dat moment alleen in Nederland en Zwitserland verkocht. De Draught Keg is een meeneemverpakking tapbier, in een mini-biervat van bijna vijf liter, met tapkraan en koolzuurpatroon. De Draught Keg bestaat uit een plastic tap, die bovenop een biervaatje wordt geklikt. Het mini-fust weegt 5,5 kilo en bevat 4,75 liter bier (ongeveer 21 gemiddelde bierglazen). Eind 2005 volgde Jean Francois van Boxmeer Anthony Ruys op als bestuursvoorzitter. Laatstgenoemde legde op 1 oktober 2005 zijn functie neer. In 2005 introduceerde Heineken het Tapvat. Het is een product dat mee te nemen is naar een BBQ of verjaardag. Het moet de stap naar de Beertender voor de consument kleiner maken. Het Tapvat werd gepresenteerd op 27 september 2005 in Club Rain in Amsterdam. Het Tapvat is een klein biervat waarin een koolzuurpatroon ervoor moet zorgen dat het bier tot aan de laatste druppel onder druk kan worden getapt. Bij het Tapvat wordt een Coolpack verkocht dat, na enige tijd in het vriesvak, binnen 35 minuten het bier kan koelen tot 6 graden. Het bier is 30 dagen houdbaar. In april 2006 maakte Heineken bekend om naast Heineken, Amstel en Brand vier nieuwe speciaalbieren te leveren voor de BeerTender: Murphy's Irish Red (per 17 april 2006), Affligem Blond abdijbier (per 17 april 2006), Amstel 1870 en Brand Urtyp. Hiernaast keren ook Wieckse Witte (per 17 april 2006) en Amstel Bock terug in het assortiment. Sinds de introductie van de BeerTender in maart 2004 waren er in april 2006 180.000 exemplaren verkocht. Van de bijbehorende vaatjes waren er op dat moment 4,1 miljoen over de toonbank gegaan. Donderdag 3 augustus 2006 introduceerde Heineken 'Heineken Extra Cold' bier. Het is een nieuwe tapvariant waarbij het bier wordt geserveerd op een temperatuur van 0 graden Celsius. Vanaf 2013 werden de witbieren van Heineken volledig op zonne-energie gebrouwen. Op het dak van de brouwerij in Den Bosch werden 3632 panelen aangebracht. Dit is voldoende om het gehele portfolio van Wieckse, Wieckse Witte, Wieckse Rosé en beide 0.0 varianten te voorzien van electriciteit voor het gehele brouwproces.