Bockbier

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

onder constructie...

Het eerste Nederlandse bockbier werd uitgebracht door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bier Brouwerij

Artikel 7g van De Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen stelt dat "De aanduiding bok, bock of iedere andere aanduiding waarvan bok of bock een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor bieren met een extractgehalte van de stamwort boven de 15,5%.".

Bockbier heeft een robijnrode kleur door het gebruik van geroosterde mout en een opvallende karamelgeur. Bockbier, dat soms vrij zoet kan zijn, is een typisch seizoensbier en verkrijgbaar in de herfst en winter. In de lente wordt vaak lente bockbier of mei bockbier gebrouwen. Dit Nederlandse seizoensbier is meestal blond van kleur en heeft fruitige ondertonen.

Oorspronkelijk was bokbier een bier van lage gisting van rond de 6,5% alcohol, robijnrood van kleur en met een moutige en wat karamelachtige smaak. Tegenwoordig wordt daar niet meer streng op gelet en is feitelijk alles mogelijk. De enige eis die in de bierverordening aan bokbier wordt gesteld is dat het een stamwortgehalte van minimaal 15,5 Plato heeft. Er zijn tegenwoordig zwaardere bokbieren (meer dan 6,5% alcohol) en met verschillende grondstoffen, zoals tarwe.

Bokbier of bockbier (naar het Duits: Bockbier) is een sterk seizoensbier. Oorspronkelijk zijn bokbieren ondergistend, maar de laatste jaren zijn er in Nederland meer en meer bovengistende bokbieren op de markt gekomen. Een donkere variant wordt tussen oktober en februari verkocht (met een verkooppiek rond oktober en november) en wordt herfstbok genoemd. Vanaf de vastentijd tot mei wordt ook bokbier verkocht dat meestal blond of amberkleurig is en lentebok of meibok wordt genoemd.



Geschiedenis Het verhaal gaat dat de naam aan het begin van de 17e eeuw in Beieren ontstaan is en een verbastering zou zijn van Einbecker Bier. Einbeck was in de Middeleeuwen een beroemde bierstad in Nedersaksen. Het bier werd tot ver buiten de stadsgrenzen geëxporteerd. Het werd onder meer geleverd aan de Hertogen van Beieren, die het buitengewoon lekker vonden, maar ook veel te duur vanwege de hoge accijnzen. Hertog Wilhelm V besloot een eigen brouwerij op te richten om het Einbecker bier na te laten maken. In 1591 werd daarmee begonnen in het Münchner Hofbräuhaus. Maar hoe goed de Beierse brouwers ook hun best deden, hun bier haalde het niet bij het Einbecker bier. Rond 1612 werd een brouwer, Elias Pilcher, uit Einbeck naar Beieren gehaald om het Einbecker bier te brouwen. Hij slaagde erin een bier "nach Einbecker Art" te brouwen. "Einbecker Bier" werd op z'n Beiers als "Ainpöckisch Bier" uitgesproken, verkort "Ainpöck" en ten slotte vroeg men in het gewone spraakgebruik om "Ein Bock". Met een bok heeft de naam dus niets te maken, maar op etiketten wordt wel vaak een bok afgebeeld. Er zijn nog meer verhalen over de oorsprong en naamgeving van het bokbier, waarin wel een verband met de bok wordt gelegd. Het zou te maken kunnen hebben met de Germaanse god Donar (soms afgebeeld als half mens, half bok) die op een bokkenwagen langs de hemel rijdt, en tegelijkertijd de vruchtbaarheid symboliseert. En vruchtbaarheid werd altijd geassocieerd met de lente, en dus werd de nieuwe gerst- of tarweoogst gevierd met het zojuist bereide nieuwe bier: bokbier dus. Maar dat verklaart niet het bestaan van 'herfst'-bok.

Nederland In 1982 kwam het eerste bovengistende bokbier op de markt, gebrouwen door de Arcense Bierbrouwerij. In 1983 was Amstel Bokbier het eerste bokbier dat op vat verkrijgbaar was. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 bokbieren op de markt.


Bokbier is van oorsprong een Duitse biersoort. Andere landen waar bokbier wordt gebrouwen, zijn Nederland, Noorwegen, Oostenrijk en Tsjechië. Het Nederlandse bokbier heeft zich vanaf de jaren 80 van de twintigste eeuw tot een afzonderlijke stijl ontwikkeld met zo z'n eigen tradities en als opvallendste kenmerk dat bokbieren zowel onder- als bovengistend kunnen zijn. Ook in België worden bokbieren in Nederlandse stijl gebrouwen, maar die zijn uitsluitend bestemd voor de Nederlandse markt. België zelf kent geen bokbiertraditie.

Het verhaal gaat dat de naam aan het begin van de 17e eeuw in Beieren ontstaan is en een verbastering zou zijn van Einbecker Bier. Einbeck was in de middeleeuwen een beroemde bierstad in Nedersaksen. Het bier werd tot ver buiten de stadsgrenzen geëxporteerd. Het werd onder meer geleverd aan de Hertogen van Beieren, die het buitengewoon lekker vonden, maar ook veel te duur vanwege de hoge accijnzen. Hertog Willem V besloot een eigen brouwerij op te richten om het Einbecker bier na te laten maken.

In 1591 werd daarmee begonnen in het Münchener Hofbräuhaus. Maar hoe goed de Beierse brouwers ook hun best deden, hun bier haalde het niet bij het Einbecker bier. Rond 1612 werd een brouwer, Elias Pilcher, uit Einbeck naar Beieren gehaald om het Einbecker bier te brouwen. Hij slaagde erin een bier "nach Einbecker Art" te brouwen.

"Einbecker Bier" werd op z'n Beiers als "Ainpöckisch Bier" uitgesproken, verkort "Ainpöck" en ten slotte vroeg men in het gewone spraakgebruik om "Ein Bock". Met een bok heeft de naam dus niets te maken, maar op etiketten wordt wel vaak een bok afgebeeld.

Er zijn nog meer verhalen over de oorsprong en naamgeving van het bokbier, waarin wel een verband met de bok wordt gelegd. Het zou te maken kunnen hebben met de Germaanse god Donar (soms afgebeeld als half mens, half bok) die op een bokkenwagen langs de hemel rijdt, en tegelijkertijd de vruchtbaarheid symboliseert. De nieuwe gerst- of tarweoogst werd gevierd met het zojuist bereide nieuwe bier: bokbier dus. De tarwe of gerst wordt eind van de zomer geoogst en kon na bewerking (mouten) worden gebruikt om de eerste brouw van dat seizoen te brouwen. Ondertussen is het dan herfst en dus de 'herfst'-bok.

Nederland[bewerken]

Het eerste op grote schaal gebrouwen bokbier was dat van de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij in Amsterdam, die het in maart 1868 introduceerde. Oorspronkelijk was het, in navolging van Duitsland, een voorjaarsbier maar de introductiedatum van het bokbier schoof door de jaren heen op naar het najaar; in de jaren dertig werd het bokbier de tweede donderdag van december uitgebracht en later werd dit vervroegd naar oktober.[1] Bokbier bleef in het assortiment van de grote Nederlandse brouwerijen, maar mede door de inspanningen van de vereniging PINT en hun jaarlijkse bokbierfestival (sinds 1978) werd het bokbier in de jaren tachtig en negentig weer echt populair in Nederland. In 1982 brouwde de Arcense Bierbrouwerij het eerste bovengistende bokbier. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 bokbieren op de markt.

Eigenschappen van het bier[bewerken]

Oorspronkelijk was bokbier een bier van lage gisting van rond de 6,5% alcohol, robijnrood van kleur en met een moutige en wat karamelachtige smaak. Tegenwoordig wordt daar (in Nederland) niet meer streng op gelet en is feitelijk alles mogelijk. De enige eis die in de bierverordening aan bokbier wordt gesteld is dat het een stamwortgehalte van minimaal 15,5° Plato heeft. Er zijn tegenwoordig zwaardere bokbieren (meer dan 6,5% alcohol) en met verschillende grondstoffen, zoals tarwe.

Bier in Nederland

Externe links[bewerken] Definitie bokbier door PINT Bokbier.nl Collectie historische bronnen over bokbier

Bronnen, noten en/of referenties 1.Omhoog ↑ [1]: Verloren bieren: het verschuivende bokbierseizoen 2.Omhoog ↑ omroepgelderland.nl: Bokbierfestival Groenlo 'bokloos' maandag 14 september 2009


Het is er weer, menig bierliefhebber keek er weer reikhalzend naar uit: de bourgogne onder de bieren, met vakmanschap volgens diepgewortelde tradities gebrouwen, robijnrood, fonkelend in het glas - Bockbier We hebben het in dit stukje uiteraard over het bier dat tegenwoordig vaak als herfstbock aangeduid wordt. Er bestaan veel misverstanden en fabels rond dit bier - of zit er toch zo hier en daar wel wat in - de brouwers spelen in elk geval graag in op het mysterie en de reclamemakers doen er alles om aan het knusse herfstsfeertje te vervolmaken. Bockbier is een van de meest gedronken 'speciaalbieren' in Nederland. Het type bockbier dat wij voorgeschoteld krijgen is toch wel typisch Nederlands te noemen, hoewel er in België enkele soortgelijke bockbieren (veelal voor de Nederlandse markt) worden gebrouwen. De bij het CBK aangeloten brouwerijen hebben enkele jaren geleden onderling afgesproken het bockbier vanaf de eerste maandag van oktober uit te brengen. De brouwerijen die niet bij het CBK zijn aangesloten hoeven zich hier uiteraard niets van aan te trekken en zijn meestan iets eerder met hun bock. Wat is Bockbier? Dat de meeste in Nederland uitgebrachte bockbieren toch wel behoorlijk op elkaar lijken is opmerkelijk te noemen. Het enige waaraan een bockbier volgens de 'Bierverordening Productschap Dranken 2003' moet voldoen is namelijk als volgt beschreven: 'De benaming of aanduiding 'bok' dan wel 'bock' of iedere andere benaming waarvan 'bok' dan wel 'bock' een grondbestanddeel vormt, is uitsluitend toegestaan voor bieren ressorterende onder de categorie S als bedoeld in artikel 4.' Kijken we in dezelfde bierverordening bij artikel 4 waaraan bier van categorie S dan wel moet voldoen, lezen we dat bieren die onder categorie S vallen een 'extractgehalte van de stamwort' van 15,5% Plato (gewichtsprocenten) moet hebben. In Duitsland moet het 'extractgehalte van de stamwort' trouwens een half procent meer bedragen en voor dubbelbock is dit zelfs 17%, maar dit terzijde. Over de kleur van bockbier rept de bierverordening vreemd genoeg niet (meer), terwijl bij Oud Bruin en Pils wel eisen aan de kleur worden gesteld. Dit laten vallen van de vereisten wat betreft de kleur gebeurde, om na de (her) introductie van de Mei- en Lentebockbieren, deze lichter gekleurde biertypen toch als 'bock' in de winkel te mogen zetten. Kennelijk is het te veel moeite in de bierverordening onderscheid te maken tussen bockbieren die in het voorjaar en bockbieren die in het najaar verschijnen. Bij een herfstbock verwacht men toch de bekende robijnrode kleur! De complete tekst van de bierverordening kun je overigens vinden op de website van het Centraal Brouwerij Kantoor en daar eventueel downloaden. In de bierverordening is onder andere ook te lezen wat het 'extractgehalte van de stamwort' nu precies inhoudt, ook hoe het extractgehalte berekend moet worden. Etymologie Over de herkomst van het 'bok' of 'bock' in het desbetreffende bier bestaat eigenlijk geen echte zekerheid. Er bestaan veel verschillende verklaringen. Van het etymologisch woordenboek dat ik in de kast heb staan werd ik niet veel wijzer: "dit vinden wij eerst c. 1850 onder de de naam Oambeck en Ambock in München ontstaan uit Eimbecker bier." Het jaar 1850 is beslist veel te laat ingeschat, verder lijkt deze uitleg lijkt erg op de meest populaire: het befaamde Einbecker bier uit Einbeck werd naar München geëxporteerd en daar werd de naam "Einbecker Bier" in de plaatselijke tongval al snel "Ainpöckisch Bier", daarna "Ainpöck" en uiteindelijk "Ein Bock". Bijna in alle boeken en artikelen over (bock)bier komt deze uitleg terug, het komt mij voor dat er behoorlijk van elkaar is overgeschreven. Een andere verklaring is dat het bier werd gekruid met de wortel van alsem, deze wortel heeft een rode kleur. Alsem zou ook wel Buck of Bock genoemd worden. Ik heb in een aantal kruiden- en algemene plantenboeken gezocht, maar heb voor deze verklaring geen bewijzen gevonden. Er zijn nog veel meer verklaringen bekend, maar die zijn vaak nòg vager. Op deze pagina, in de advertentie van Bokbier en Spencer kom je zo'n uitleg tegen. Dat Nederlandse bockbierliefhebbers zich al langer afvragen wat nu precies de herkomst van het bockbier is en dat men ook al langer het duidelijk antwoord daarop schuldig moet blijven, blijkt uit het volgende stukje; in 'Leekenspiegel', een rubriek waarin lezers vragen kunnen stellen. In het weekblad 'de Amsterdammer' (later "de groene Amsterdammer") van 4 maart 1922 valt het volgende te lezen: S.B. te W. Kunt u mij ook inlichten over den naam Bockbier"; wat een bok, zooals die in de advertentiën en op de reclamebiljetten is afgebeeld, met deze biersoort te maken heeft en waarom dit bier slechts korten tijd in den winter verkrijgbaar is? Wij hebben ons om inlichtingen gewend tot de directies van een tweetal groote brouwerijen, waarvan de eene schrijft: "dat het hier een oud Duitsch gebruik geldt, dat langzamerhand in Holland ook is doorgedrongen en waarvan een absoluut juiste verklaring niet bekend is. Het bockbier verschilt van andere bieren doordat het veel zwaarder is en zeer donker van kleur," en een andere: "wij moeten u aanraden zich tot een taalgeleerde of een historicus te wenden, die een bijzondere studie van het ontstaan van de benamingen van de zoogenaamde "Spezialbiere" (Bock, Salvator, Märzen enz) in het oude Duitschland gemaakt heeft. Wij vrezen echter, dat u zoo iemand in Holland moeilijk zult vinden. Dat de vraag ook in Duitschland van weinig belang geacht wordt volgt o.i. ook uit het feit, dat het voortreffelijke BrauereiLexicon van Delbrück, dat ook veel historisch-taalkundig materiaal bevat, er geen woord aan wijdt. Wat den tijd betreft gedurende welken het Bockbier verkrijgbaar is, kunnen wij u berichten, dat deze door de brouwerijen, leden van den Bond van Nederl. Brouwerijen, in onderling overleg bepaald wordt."

Hoge- of lage gisting? Uit het hierboven geciteerde stukje blijkt dat men in 1922 het bokbier nog steeds als nieuwkomer in het Hollandse bierassortiment zag. Ook is duidelijk dat er toen al afspraken door de 'Bond van Nederlandse Brouwerijen' (de voorloper van het Centraal Brouwerij Kantoor - het CBK) bestonden over de periode waarin het bockbier verkrijgbaar zou zijn. Verhalen dat het bockbier het eerste brouwsel zijn na de 'zomerstop' of dat het een testbrouwsel zou zijn om de kwaliteit van de nieuwe gerstoogst te kunnen beoordelen golden misschien ooit voor het bockbier in Duitsland, maar zijn waarschijnlijk in Nederland nooit echt van toepassing geweest. In de periode na 1850, toen er veel nieuwe brouwerijen opgezet werden, of bestaande bedrijven overgingen naar het brouwen van bier van lage gisting - om zo het populairder wordende 'Beiers' bier te kunnen gaan brouwen - werd er veel brouwerijpersoneel uit Duitsland aangetrokken. Zo is bekend dat in de Amstel brouwerij in Amsterdam werd zelf een Duitse kok aangesteld, om het Duitse brouwerijpersoneel van de hen gewone dagelijkse kost te voorzien. Het is vrijwel zeker dat deze Duitse brouwerijmedewerkers ook brouwrecepten meenamen en op deze manier zorgden voor het toevoegen van bokbier aan het assortiment van vele brouwerijen in Nederland. Dit kan mede een verklaring zijn voor het gegeven dat in België, waar de 'bierrevolutie' minder schokkend was, bokbier nooit erg populair is geworden. We mogen dan ook aannemen dat het bockbier in Nederland vanaf het begin als benedengegist product op de markt is gebracht. Pas vanaf de jaren 80 (1980) - ruim honderd jaar na de kennismaking met bockbier in ons land - toen er een ommekeer in onze biercultuur plaatsvond, is het bovengistend bockbier geïntroduceerd. Vorig jaar bracht zelfs een grote brouwerij als Bavaria een hooggegist bockbier op de markt.

De vraag van S.B. te W. in 'de Amsterdammer' van zondag 4 maart 1922, dat ik samen met het antwoord daarop hierboven citeerde, zorgde een week later voor een reactie in hetzelfde weekblad en daarmee voor nóg eens een verklaring voor de herkomst van bokbier:

Van Ds. F.W. Drijver ontvingen wij onderstaande aanvulling van ons antwoord over Bockbier. In "Woordenschat" van De Beer en Laurillard wordt gezegd, dat Bockbier in geenerlei betrekking tot den diernaam staat, maar dat het denkelijk nghd. Van "Einbok" of "Eimbecker bier" is. (Eimbeck ligt in Hannover). Moge, intusschen, de naam van het bier niets uit te staan hebben met de koppigheid van den bok, toch dankt het misschien aan dit dier zijn naam. Toen het Duitsche bier in Parijs in de mode kwam, schonk men uitsluitend het merk Bockbier, van de brouwerij "Der Bock". De naam van het merk ging over op het bier, zodat men een glas Bock bestelde, of, korter, "un Bock". Aldus vond ik ergens opgeteekend.

Smaak Ik train mijn smaakpapillen regelmatig, en moet concluderen dat er zich onder de bockbieren wel een aantal “allemansvriendjes” bevinden: bockbieren die erg zoet zijn en voor mijn gevoel te zacht van smaak. Over smaak valt echter niet te twisten - ook al doen bierdrinkers dat wel erg vaak. Gelukkig valt er voor de bierliefhebber elk najaar weer veel te ontdekken en te genieten van wat de vaderlandse brouwers uit de brouwkuip laten stromen. Proost!