Statiegeld: verschil tussen versies

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 5: Regel 5:


== Statiegeld verplicht ==
== Statiegeld verplicht ==
[[bestand:Stg1.jpg| thumb| right| Etiket uit 1942 met opdruk statiegeld]]
In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten mijden leveranciers die statiegeld rekenen en gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Echter, gedreven door de schaarste in de oorlogsjaren, wordt pas op 14 juli 1942 door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling ingevoerd die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl, destijds de meest gehanteerde inhoudsmaten.
In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten mijden leveranciers die statiegeld rekenen en gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Echter, gedreven door de schaarste in de oorlogsjaren, wordt pas op 14 juli 1942 door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling ingevoerd die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl, destijds de meest gehanteerde inhoudsmaten.


== Wisselende bedragen ==
== Wisselende bedragen ==
Vanwege de hogere kosten voor het maken van flessen beraadde het Horeca-bedrijfschap zich in 1961 op het verhogen van het statiegeld. Daarnaast wilden ze uniformering van de bedragen op flessen en kratten om de administratie te verbeteren. Er ontstaat een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De brouwers maken de veelal financiële afweging tussen hervullen of de aanschaf van nieuwe flessen. De winkeliers en horeca maken bezwaar tegen de logistiek rond flesseninname en de milieubeweging is bezorgd over het (zwerf)afvalprobleem en duurzaam materiaalgebruik. Uiteraard is de discussie veel genuanceerder, maar grofweg zijn dit de belangen. Opvallend in deze discussie is de introductie van de Wegggooifles door Oranjeboom in 1964. Deze lichtgewicht fles van 33 cl werd in advertenties aangeprezen met de termen "Hoera! Geen statiegeld!" en "Geen lege sta-in-de-weg".
Vanwege de hogere kosten voor het maken van flessen beraadde het Horeca-bedrijfschap zich in 1961 op het verhogen van het statiegeld. Daarnaast wilden ze uniformering van de bedragen op flessen en kratten om de administratie te verbeteren. Er ontstaat een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De brouwers maken de veelal financiële afweging tussen hervullen of de aanschaf van nieuwe flessen. De winkeliers en horeca maken bezwaar tegen de logistiek rond flesseninname en de milieubeweging is bezorgd over het (zwerf)afvalprobleem en duurzaam materiaalgebruik. Uiteraard is de discussie veel genuanceerder, maar grofweg zijn dit de belangen. Opvallend in deze discussie is de introductie van de Weggooifles door Oranjeboom in 1964. Deze lichtgewicht fles van 33 cl werd in advertenties aangeprezen met de termen "Hoera! Geen statiegeld!" en "Geen lege sta-in-de-weg" (zie ook [[wegwerpfles]]).


Ondanks bezwaren van de Federatie van Organisaties van Groothandelsbedrijven in Kruidenierswaren en het Centraal Bureau Levensmiddelenbedrijf verhogen de brouwerijen in 1970 het statiegeld met 5 cent. In die tijd hebben de meeste brouwerijen al afscheid genomen van hun 45cl "pullen" en zijn overgestapt op de eurofles van 30cl en 50cl. Deze periode kenmerkt zich doordat op de etiketten het nieuwe statiegelbedrag over het oude bedrag wordt gedrukt.
Ondanks bezwaren van de Federatie van Organisaties van Groothandelsbedrijven in Kruidenierswaren en het Centraal Bureau Levensmiddelenbedrijf verhogen de brouwerijen in 1970 het statiegeld met 5 cent. In die tijd hebben de meeste brouwerijen al afscheid genomen van hun 45cl "pullen" en zijn overgestapt op de eurofles van 30cl en 50cl. Deze periode kenmerkt zich doordat op de etiketten het nieuwe statiegelbedrag over het oude bedrag wordt gedrukt.
Regel 33: Regel 34:


<gallery>
<gallery>
bestand:Stg1.jpg| Etiket uit 1942 met opdruk statiegeld.
bestand:27487.jpg| [[Phoenix]] gebruikte al staangeld vanaf 1926.
 
bestand:Stg2.jpg| Etiket uit de jaren 1950-1960 met verschillende bedragen.
bestand:Stg2.jpg| Etiket uit de jaren 1950-1960 met verschillende bedragen.
bestand:Stg3.jpg| Etiket uit de jaren 1970 het statiegeld wordt aangepast.
bestand:Stg3.jpg| Etiket uit de jaren 1970 het statiegeld wordt aangepast.

Huidige versie van 21 feb 2016 om 11:09

Statiegeld, ook wel emballage, staangeld, stageld of consigne genoemd, is een klein bedrag dat wordt geheven bij de aankoop van een product en dat wordt terugbetaald als de koper de verpakking van het product na gebruik weer inlevert bij de verkoper.

Een oud probleem

Bierbrouwers en -bottelaars hebben altijd al problemen gekend met tekorten aan verpakkingsmateriaal. De houten vaten waarin het bier werd vervoerd waren kostbaar. Mensen brachten de vaten niet altijd terug of hielden de vaten voor eigen gebruik. Daarnaast kwam ook het 'lenen' van elkaars vaten onder brouwers nog wel eens voor. Om dit probleem tegen te gaan maakt men al lang gebruik van het systeem van statiegeld. In 1795 wordt in de Haerlemsche Courant al gemeld dat de "gezamentlyke bier-brouwers van de stad Geertruidenberg" statiegeld rekenen voor elke ton (fl 2,-), vat (fl 1,-) en 15 stuivers voor ieder heel en half kinnetje. Hetgeen kon worden "verwisseld tegen elk weder inkomend ledig stuk vaatwerk".

Statiegeld verplicht

Etiket uit 1942 met opdruk statiegeld

In 1903 vergadert de Amsterdamsche Vereeniging van Mineraalwaterfabrikanten en Bierhandelaren over het probleem van de "oneerlijke handel in flesschen". Zij ijveren voor een wettelijke bepaling die de fabrikanten en handelaren zal vrijwaren voor het zeer grote flessenverlies. Klanten mijden leveranciers die statiegeld rekenen en gaan liever naar aanbieders waar niets voor de fles moet worden betaald. Tot een wettelijke regeling komt het vooralsnog niet. In 1928 adverteert een bottelarij zelfs met het feit dat er geen statiegeld wordt berekend. "Ledige flesschen worden thuis afgehaald". De bond voor bierbrouwers en mineraalwaterfabrikanten pleit in 1936 nogmaals bij het departement van Handel, Nijverheid en Scheepsvaart voor het algemeen bindend verklaren van het heffen van statiegeld. Echter, gedreven door de schaarste in de oorlogsjaren, wordt pas op 14 juli 1942 door de Gemachtigde voor de prijzen een regeling ingevoerd die het hanteren van statiegeld voor flesschen, kruiken of potten verplicht stelt. Bovendien moet vanaf die datum het statiegeld op het etiket worden vermeld. Er wordt bepaald dat het statiegeld niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de fles, maximaal 5 cent voor een klein flesje en 28 cent voor een fles van 1 liter. Voor de brouwers komt dit neer op 10 cent voor een fles van 30cl en 15 cent voor een fles van 45 cl, destijds de meest gehanteerde inhoudsmaten.

Wisselende bedragen

Vanwege de hogere kosten voor het maken van flessen beraadde het Horeca-bedrijfschap zich in 1961 op het verhogen van het statiegeld. Daarnaast wilden ze uniformering van de bedragen op flessen en kratten om de administratie te verbeteren. Er ontstaat een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De brouwers maken de veelal financiële afweging tussen hervullen of de aanschaf van nieuwe flessen. De winkeliers en horeca maken bezwaar tegen de logistiek rond flesseninname en de milieubeweging is bezorgd over het (zwerf)afvalprobleem en duurzaam materiaalgebruik. Uiteraard is de discussie veel genuanceerder, maar grofweg zijn dit de belangen. Opvallend in deze discussie is de introductie van de Weggooifles door Oranjeboom in 1964. Deze lichtgewicht fles van 33 cl werd in advertenties aangeprezen met de termen "Hoera! Geen statiegeld!" en "Geen lege sta-in-de-weg" (zie ook wegwerpfles).

Ondanks bezwaren van de Federatie van Organisaties van Groothandelsbedrijven in Kruidenierswaren en het Centraal Bureau Levensmiddelenbedrijf verhogen de brouwerijen in 1970 het statiegeld met 5 cent. In die tijd hebben de meeste brouwerijen al afscheid genomen van hun 45cl "pullen" en zijn overgestapt op de eurofles van 30cl en 50cl. Deze periode kenmerkt zich doordat op de etiketten het nieuwe statiegelbedrag over het oude bedrag wordt gedrukt.

Vanaf oktober 1994 wordt na overleg tussen het Centraal Brouwerij kantoor en het Centraal Bureau levensmiddelenhandel het statiegeld van flessen, van zowel 30cl als 50cl, vastgesteld op 15 cent. Het statiegeld voor een standaard krat van 24 flesjes wordt fl 8,60 (incl. flesjes). Na invoering van de euro in 2001 moest het bedrag opnieuw worden vastgesteld. Dat werd pas vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Verpakkingsverordening Productschap Dranken in 2003. Artikel 4 luidt: De statiegelden voor de verpakkingen voor bier zijn de navolgende:

1. A. Flessen

  • 1. Voor flessen met de inhoudsmaten 25, 30, 33, 35, 45 en 50 cl: € 0,10
  • 2. In afwijking van het bepaalde onder A. 1 bedraagt het statiegeld voor de 33 cl beugelfles en de 50 cl beugelfles: € 0,25

2. B. Kratten

  • 1. Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90

Voor kratten met de afmetingen 30 x 40 cm welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.

  • 2. Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen welke geheel gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 1,95

Voor kratten waarvan de afmetingen kleiner zijn dan de hiervoren onder B.1 genoemde afmetingen weke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde bierflessen bedraagt het statiegeld € 1,95 verminderd met een bedrag van € 0,10 voor iedere ontbrekende fles in deze krat.

  • 3. Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke geheel gevuld zijn met 30 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld incl. het statiegeld op deze flessen: € 3,90

Voor kratten die bestemd zijn voor de 33 cl beugelfles of de 50 cl beugelfles en welke niet of gedeeltelijk gevuld zijn met volle of lege voor deze krat bestemde 33 cl of 50 cl beugelflessen bedraagt het statiegeld € 3,90 verminderd met een bedrag van € 0,25 voor iedere ontbrekende fles.

3. C. Fusten

  • Voor metalen fusten met een inhoudsmaat tot 15 liter: € 15,-
  • Voor metalen fusten met een inhoudsmaat van 15 liter en meer: € 30,-