Bockbier: verschil tussen versies

Uit etiwiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
onder constructie...
[[bestand: 22029.jpg| thumb| right| Het eerste Nederlandse bockbier werd uitgebracht door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bier Brouwerij]]  
[[bestand: 22029.jpg| thumb| right| Het eerste Nederlandse bockbier werd uitgebracht door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bier Brouwerij]]  


Net als de schrijfwijze bestaat er geen eenduidige definitie van het Bockbier, Bock-bier of Bokbier. Aanvankelijk was bockbier een ondergistend robijnrood seizoensbier met een karamelachtige smaak en ongeveer 6,5 volumeprocent alcohol. Tegenwoordig past deze traditionele omschrijving alleen nog bij het zogenaamde herfstbock. Bockbieren met een hoger alcoholpercentage worden dubbelbock of winterbock genoemd en in het voorjaar wordt de lichtgekleurde variant lentebock of meibock uitgebracht. Artikel 7g van De Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen stelt dat "De aanduiding bok, bock of iedere andere aanduiding waarvan bok of bock een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor bieren met een extractgehalte van de stamwort boven de 15,5%.". De enige overeenkomst tussen alle bockbieren is dus dat er minimaal 6,5% alcohol in zit.
Net als de schrijfwijze bestaat er geen eenduidige definitie van het Bockbier, Bock-bier of Bokbier. Aanvankelijk was bockbier een ondergistend robijnrood seizoensbier met een karamelachtige smaak en ongeveer 6,5 volumeprocent alcohol. Tegenwoordig past deze traditionele omschrijving alleen nog bij het zogenaamde herfstbock. Bockbieren met een hoger alcoholpercentage worden dubbelbock of winterbock genoemd en in het voorjaar wordt de lichtgekleurde variant lentebock of meibock uitgebracht. Artikel 7g van De Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen stelt:"De aanduiding bok, bock of iedere andere aanduiding waarvan bok of bock een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor bieren met een extractgehalte van de stamwort boven de 15,5%.". De enige overeenkomst tussen alle bockbieren is dus dat er minimaal 6,5% alcohol in zit.


De komst van het bockbier aan het begin van de herfst wordt wel de enige Nederlandse biertraditie genoemd. Toch is bockbier van oorsprong een Duits bier. Waarschijnlijk werd het in de late Middeleeuwen voor het eerste gebrouwen in het stadje Einbeck in Nedersaksen. Het bier zou zijn naam gekregen hebben doordat de Einbeckse brouwer '''Elias Pilcher''' aan het begin van de 17e eeuw in Beieren een bier "nach Einbecker Art" ging brouwen. De overlevering zegt dat de naam Einbeck in de volksmond verbasterde tot ein Bock.
De komst van het bockbier aan het begin van de herfst wordt wel de enige Nederlandse biertraditie genoemd. Toch is bockbier van oorsprong een Duits bier. Waarschijnlijk werd het in de late Middeleeuwen voor het eerst gebrouwen in het stadje Einbeck in Nedersaksen. Het bier zou zijn naam gekregen hebben doordat de Einbeckse brouwer '''Elias Pilcher''' aan het begin van de 17e eeuw in Beieren een bier "nach Einbecker Art" ging brouwen. De overlevering zegt dat de naam Einbeck in de volksmond verbasterde tot ein Bock. Het bockbier zoals we dat in Nederland kennen heeft in elk geval zijn oorsprong in het Münchener Bockbier. In Duitsland werd bockbier van oudsher in de wintermaanden gebrouwen vanwege de beschikbaarheid van ijs voor de koeling bij het ondergistende brouwproces. Na lagering werd het bier in het voorjaar uitgebracht.


Overigens zijn er veel meer ontstaansverhalen van het bockbier bekend. De leukste is misschien wel een verhaal dat in 1864 in de Nederlandse kranten verscheen over een weddenschap tussen een Brunswijker ridder en de hertog van Beieren over wie het zwaarste bier had. De ridder moest na drie glazen Beiersch bier een luchtje scheppen. Buitengekomen viel hij om. Toen de hertog hem vroeg wat hij op de grond deed antwoordde de ridder dat de bok hem had omgestoten. ''"Een bok!, een bok!" riep de hertog schaterend van den lach uit. "Nu hebben wij een naam voor dat bier. Zoo zal het voortaan heten"''.
Overigens zijn er nog heel veel meer ontstaansverhalen van het bockbier bekend. Het leukste is misschien wel een verhaal dat in 1864 in de Nederlandse kranten verscheen over een weddenschap tussen een Brunswijker ridder en de hertog van Beieren over wie het zwaarste bier brouwde. De ridder moest na drie glazen Beiersch bier nodig een luchtje gaan scheppen. Buitengekomen viel hij om. Toen de hertog hem vroeg wat hij op de grond deed antwoordde de ridder dat de bok hem had omgestoten. ''"Een bok!, een bok!" riep de hertog schaterend van den lach uit. "Nu hebben wij een naam voor dat bier. Zoo zal het voortaan heten"''.




==Bockbier in Nederland==
==Bockbier in Nederland==
[[bestand: 17744.jpg| thumb| left| Verkrijgbaar vanaf 2 december]]  
[[bestand: 17744.jpg| thumb| left| Verkrijgbaar vanaf 2 december]]  
Vanaf 1843 verschijnen in de Nederlandse kranten de eerste advertenties voor Münchener Bockbier. Gezien de datum van de advertenties was het bier in die jaren verkrijgbaar in de periode maart tot augustus. Het bier werd van oudsher in de wintermaanden gebrouwen vanwege de beschikbaarheid van ijs voor koeling. Na lagering werd het bier in het voorjaar uitgebracht. Bierbrouwerij De Struisvogel staat bekend als de eerste Nederlandse bockbier-brouwerij. In november 1854 verschijnt een advertentie waarin wordt gemeld dat het Bockbier en Kluinbier bij de brouwerij in Groningen verkrijgbaar is. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze brouwerij destijds in staat was ondergistende of Beiersche bieren te brouwen. Het ligt meer voor de hand dat het eerste Nederlandse bockbier in maart 1868 werd geïntroduceerd door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij uit Amsterdam. Een tweede levering volgt op 1 december van hetzelfde jaar. Later volgen bockbieren van de andere Beiersche bierbrouwerijen zoals Het Schaap uit Zwolle (1870), [[Amstel]] (1872), [[Heineken]] (1874), de Hengelosche Stoom-Beiersch-Bierbrouwerij (1884), [[Van Vollenhoven]] (1887), [[De Drie Hoefijzers]] (1890) en [[Phoenix]] (1892). Waar het Münchener bockbier steeds in het voorjaar beschikbaar kwam, werd het Nederlandse bockbier bijna zonder uitzondering gepresenteerd als een najaarsbier dat alleen rond de wintermaanden werd uitgebracht van november tot maart.
Vanaf 1843 verschijnen in de Nederlandse kranten de eerste advertenties voor Münchener Bockbier. Bierbrouwerij De Struisvogel staat bekend als de eerste Nederlandse bockbier-brouwerij. In november 1854 verschijnt een advertentie waarin wordt gemeld dat het Bockbier en Kluinbier bij de brouwerij in Groningen verkrijgbaar is. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze brouwerij destijds in staat was ondergistende of Beiersche bieren te brouwen. Het ligt meer voor de hand dat het eerste Nederlandse bockbier in maart 1868 werd geïntroduceerd door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij uit Amsterdam. Blijkbaar sloeg dit bier erg aan want een tweede levering volgt al op 1 december van hetzelfde jaar.  
 
Later volgen bockbieren van de andere Beiersche bierbrouwerijen zoals Het Schaap uit Zwolle (1870), [[Amstel]] (1872), [[Heineken]] (1874), de Hengelosche Stoom-Beiersch-Bierbrouwerij (1884), [[Van Vollenhoven]] (1887), [[De Drie Hoefijzers]] (1890) en [[Phoenix]] (1892). Waar het Münchener bockbier steeds in het voorjaar beschikbaar kwam, werd het Nederlandse bockbier bijna zonder uitzondering gepresenteerd als een najaarsbier dat alleen rond de wintermaanden werd uitgebracht van november tot maart.
bokkentochten
 
Aan het eind van de eerste wereldoorlog hadden alle Nederlandse brouwerijen te kampen met grondstoffen schaarste en werd er nauwelijks bockbier gebrouwen. Dec 1940. ''"Bockbier dat ieder jaar tusschen St. Nicolaas en Kerstmis in den handel wordt gebracht, zal thans niet verkrijgbaar zijn, omdat de brouwerijen geen toestemming hebben ontvangen voor de bereiding van deze biersoort in verband met de graanpositie van ons land"''.
 
tot 1900
 
***
 
in de jaren dertig werd het bokbier de tweede donderdag van december uitgebracht en later werd dit vervroegd naar oktober.[1] Bokbier bleef in het assortiment van de grote Nederlandse brouwerijen, maar mede door de inspanningen van de vereniging PINT en hun jaarlijkse bokbierfestival (sinds 1978) werd het bokbier in de jaren tachtig en negentig weer echt populair in Nederland. In 1982 brouwde de Arcense Bierbrouwerij het eerste bovengistende bokbier. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 bokbieren op de markt.
***
 
 
Enkel de Leidense brouwer Van Waveren liet eind november 1904 een grote wagen getrokken door twee ‘forsche paarden’ door de stad gaan, met op de kar een groot vat en de aankondiging ‘Van Waverens Bockbier loopt morgen!’
Na de Eerste Wereldoorlog gingen de Nederlandse brouwers dan toch afspraken maken over het bokbierseizoen. Landelijk werd het eerste bokbier geleverd vanaf de tweede donderdag in december en het seizoen duurde zo’n beetje tot Nieuwjaar. En kijk, in 1936 was daar dan de eerste ‘intocht’ van het bokbier in Amsterdam, een rondgang door de stad compleet met praalwagens en twee echte bokken. Een heuse landelijke campagne. In Limburg kopieerde Brand het idee naar een ‘joyeuse entree’ in Maastricht. In 1940 was het uit met de pret. De brouwers moesten wegens de graanschaarste aankondigen geen bokbier meer te maken.
 
Pas in 1948 was het bokbier weer terug, op 2 december. En daarmee bleef het bokbierseizoen nog steeds zo kort. Halverwege de jaren zestig gaf Heineken in een aandeelhoudersvergadering dan ook toe dat het bokbier ‘nog wel een aardige attractie, maar geen commercieel artikel meer’ was. Bokbier werd nog wel gemaakt, maar een groot succes was het niet.
 
En dan ineens gebeurde er iets merkwaardigs in de jaren zeventig. In 1975 kwam Heineken met zijn bokbier nog rond 15 november, maar een jaar later adverteerde het ermee op 7 oktober. PINT moest nog opgericht worden, dus schoof Heineken hier eigenhandig het bokbierseizoen een maand naar voren? Hoe dan ook, de rest is bekend. In 1978 was er in café Gollem in Amsterdam het eerste Bokbierfestival met maarliefst zes bokbieren. Nu zijn we aan het 36e festival toe, de Bokbierdag in het verder volstrekt niks met bier te maken hebbende Zutphen trekt 60.000 bezoekers en het bokbier klotst tegen de vaderlandse plinten. En nu de vaste opening van het seizoen weer losgelaten dreigt te moeten worden (volgens Henri Reuchlin tenminste) lopen we de kans dat we binnenkort in mei al bokbier hebben, waarmee de cirkel weer mooi rond zou zijn.
 
***
In de 18e eeuw was het Bockbier 'dem Doppelbier oder sogenannten Bock' een Duitse aangelegenheid. 'Der berühmte Bockkeller in der Stadt München' wordt in ieder geval vermeld in 1820, maar zal veel eerder zijn geopend. In de eerste helft van 19e eeuw verschijnen ook artikelen in Nederlandse kranten over het bockbier, met name uit München. 'Gedurende de zes wintermaanden worden aldaar, alle vierentwintig uren, uitgezonderd den eersten Kersdag, wanneer niet gewerkt mag worden, pl.m. 28,000 tonnen bier gebrouwd.' Dat bier is in het voorjaar klaar en is het eerste bier van het 'lager' type. Het andere type dat gedurende de zomer wordt gebrouwen is 'schenk' bier, en is minder goed houdbaar.


Op 1 december 1948 meldde Heineken: 'Voor het eerst na negen jaar het echte Heineken's Bokbier!' en 3 december 1949 was het: 'Het bokbier is weer best!'. Er worden nu complete optochten en feesten gehouden om het Bokbier te vieren, maar dat is in de jaren 50 al eind november geworden. Uit deze tijd stamt het verhaal dat het het eerste bier van de nieuwe oogst van graan en hop zou zijn. Dan is in de jaren 60 en 70 de magie van het Bokbier behoorlijk uitgewerkt en Heineken meldt op zijn jaarvergadering van 1965: 'Bokbier is nog wel een aardige attractie, maar geen commercieel artikel meer'.
Aan het eind van de eerste wereldoorlog hadden alle Nederlandse brouwerijen te kampen met grondstoffenschaarste en werd er nauwelijks bockbier gebrouwen. In 1920 adverteert Van Vollenhoven met een Vredes-Bockbier; ''Superieure kwaliteit als vóór den oorlog'', die het slappe oorlogsbier moest doen vergeten.


Bovengistend ambachtelijk Bokbier
In de periode tussen de twee wereldoorlogen krijgt de traditie rond het bockbier een vastere vorm. De brouwers die verenigd zijn in de [[Bond van Nederlandsche Bierbrouwers]] spreken onderling af om het bockbier op de tweede donderdag in december uit te brengen (1928). In sommige plaatsen, waaronder Amsterdam en in Zuid-Limburg, werd een jaarlijkse Bokbieroptocht of bokkentochten georganiseerd, waarbij de brouwers in optocht met versierde wagens het bockbierseizoen openden.
Eind jaren 70 begin 80 gaan nieuwe ambachtelijke brouwers aan de slag met Bokbier en beginnen bovengistend 'Bokbier' te maken. Dat kan weer prima aan het 'Einbeck' verhaal worden gekoppeld, want dat moet immers ook bovengistend zijn geweest. Er zijn verkiezingen van het beste bokbier. We krijgen nu ook weer 'Meibock', alles is nu mogelijk en de alcoholpercentages zijn behoorlijk gestegen. Het Nederlandse bier dat terug gaat tot de late middeleeuwen is iedereen volkomen vergeten. Ambachtelijke brouwers en de grote concerns zitten elkaar blijkbaar helemaal niet in de weg want Heineken schrijft begin jaren 90: 'Bokbier verkopen in laatste jaren explosief gestegen'.
***


Gedurende de tweede wereldoorlog is er geen bockbier gebrouwen. In december 1940 verscheen dit bericht in de kranten:''"Bockbier dat ieder jaar tusschen St. Nicolaas en Kerstmis in den handel wordt gebracht, zal thans niet verkrijgbaar zijn, omdat de brouwerijen geen toestemming hebben ontvangen voor de bereiding van deze biersoort in verband met de graanpositie van ons land"''. Ook toen in december 1945 het alcoholpercentage van het bier weer werd verdubbeld, hoefde men nog niet op bockbier te rekenen. Pas vanaf 2 december 1948 was er weer bockbier beschikbaar en in 1950 was ook het bockbier "weer best", in navolging van de landelijke campagne "Het bier is weer best".
In de jaren 1960 neemt de belangstelling voor het bockbier af. Op de aandeelhoudersvergadering van 1965 zegt de Heineken-directie ""Bokbier is nog wel een aardige attractie, maar geen commercieel artikel meer". In 1977 stopte [[Brand]] zelfs met het brouwen van bokbier en introduceerde als opvolger het Imperator, dat feitelijk een bockbier was (robijnrood met 6,5% alcohol) dat het hele jaar door verkocht kon worden.


De bij het CBK aangeloten brouwerijen hebben enkele jaren geleden onderling afgesproken het bockbier vanaf de eerste maandag van oktober uit te brengen. De brouwerijen die niet bij het CBK zijn aangesloten hoeven zich hier uiteraard niets van aan te trekken en zijn meestan iets eerder met hun bock.
Wanneer rond 1980 de interesse in speciaalbier begint op te komen, het [[Pint]] Bokbierfestival een vaste plaats op de bieragenda krijgt, en de Arcener bierbrouwerij haar eerste bovengistende bockbier brouwt, krijgt het bockbier een nieuwe impuls. Niet alleen verschijnen er bockbieren van de nieuwe kleine brouwerijen, maar ook steeds meer bokbieren van B-merken zoals bijvoorbeeld Sleutel en Hooiberg van Heineken en Schutters van Oranjeboom. De grote brouwers lanceren een gezamenlijke campagne waarbij ze afspreken hun bockbier pas op de eerste maandag van oktober uit te brengen.
In het weekblad 'de Amsterdammer' (later "de groene Amsterdammer") van 4 maart 1922 valt het volgende te lezen:
S.B. te W. Kunt u mij ook inlichten over den naam ''Bockbier"; wat een bok, zooals die in de advertentiën en op de reclamebiljetten is afgebeeld, met deze biersoort te maken heeft en waarom dit bier slechts korten tijd in den winter verkrijgbaar is?
Wij hebben ons om inlichtingen gewend tot de directies van een tweetal groote brouwerijen, waarvan de eene schrijft:
"dat het hier een oud Duitsch gebruik geldt, dat langzamerhand in Holland ook is doorgedrongen en waarvan een absoluut juiste verklaring niet bekend is.
Het bockbier verschilt van andere bieren doordat het veel zwaarder is en zeer donker van kleur," en een andere: "wij moeten u aanraden zich tot een taalgeleerde of een historicus te wenden, die een bijzondere studie van het ontstaan van de benamingen van de zoogenaamde "Spezialbiere" (Bock, Salvator, Märzen enz) in het oude Duitschland gemaakt heeft.  
Wij vrezen echter, dat u zoo iemand in Holland moeilijk zult vinden.
Dat de vraag ook in Duitschland van weinig belang geacht wordt volgt o.i. ook uit het feit, dat het voortreffelijke BrauereiLexicon van Delbrück, dat ook veel historisch-taalkundig materiaal bevat, er geen woord aan wijdt.
Wat den tijd betreft gedurende welken het Bockbier verkrijgbaar is, kunnen wij u berichten, dat deze door de brouwerijen, leden van den Bond van Nederl. Brouwerijen, in onderling overleg bepaald wordt."


Hoge- of lage gisting?
Met de toegenomen belangstelling voor bockbier en bijbehorende omzetstijging ontstaat ruimte voor vernieuwing. Brand komt in 1988 voor het eerst met een Dubbelbock met 7,5% alcohol. Na Arcener Mei-bock (1983) en Raaf meibok (1986) komt Grolsch in 1992 als eerste van de grote brouwers met een Meibok en in hetzelfde jaar brouwt Heineken een Tarwebok.
Uit het hierboven geciteerde stukje blijkt dat men in 1922 het bokbier nog steeds als nieuwkomer in het Hollandse bierassortiment zag.  
Ook is duidelijk dat er toen al afspraken door de 'Bond van Nederlandse Brouwerijen' (de voorloper van het Centraal Brouwerij Kantoor - het CBK) bestonden over de periode waarin het bockbier verkrijgbaar zou zijn.


Na ruim 170 jaar is bockbier niet meer weg te denken uit het Nederlandse bierlandschap. Bijna alle grote brouwerijen hebben nog steeds bockbier in hun assortiment. En ook veel van de kleine brouwers, die vanaf de jaren 2010 een bierrevolutie ontketenden, maken bockbier.
Daarmee is bockbier de enige biersoort die door zowel jonge als oude, grote en kleine brouwerijen wordt gebrouwen. Een waarlijk Nederlandse biertraditie.


De bok heeft veel vormgevers geïnspireerd tot de mooiste etiketten. Op de themapagina
[[http://www.bieretiketten.nl/cms/index.php?page=etiketten-op-thema&thema=drbk&hg=Dieren&sg=Bokken_en_geiten| Bokken en geiten]] staat een overzicht.




[[categorie: Biersoort]]
[[categorie: Biersoort]]

Huidige versie van 1 jun 2016 om 10:07

Het eerste Nederlandse bockbier werd uitgebracht door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bier Brouwerij

Net als de schrijfwijze bestaat er geen eenduidige definitie van het Bockbier, Bock-bier of Bokbier. Aanvankelijk was bockbier een ondergistend robijnrood seizoensbier met een karamelachtige smaak en ongeveer 6,5 volumeprocent alcohol. Tegenwoordig past deze traditionele omschrijving alleen nog bij het zogenaamde herfstbock. Bockbieren met een hoger alcoholpercentage worden dubbelbock of winterbock genoemd en in het voorjaar wordt de lichtgekleurde variant lentebock of meibock uitgebracht. Artikel 7g van De Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen stelt:"De aanduiding bok, bock of iedere andere aanduiding waarvan bok of bock een grondbestanddeel vormt, mag uitsluitend worden gebezigd voor bieren met een extractgehalte van de stamwort boven de 15,5%.". De enige overeenkomst tussen alle bockbieren is dus dat er minimaal 6,5% alcohol in zit.

De komst van het bockbier aan het begin van de herfst wordt wel de enige Nederlandse biertraditie genoemd. Toch is bockbier van oorsprong een Duits bier. Waarschijnlijk werd het in de late Middeleeuwen voor het eerst gebrouwen in het stadje Einbeck in Nedersaksen. Het bier zou zijn naam gekregen hebben doordat de Einbeckse brouwer Elias Pilcher aan het begin van de 17e eeuw in Beieren een bier "nach Einbecker Art" ging brouwen. De overlevering zegt dat de naam Einbeck in de volksmond verbasterde tot ein Bock. Het bockbier zoals we dat in Nederland kennen heeft in elk geval zijn oorsprong in het Münchener Bockbier. In Duitsland werd bockbier van oudsher in de wintermaanden gebrouwen vanwege de beschikbaarheid van ijs voor de koeling bij het ondergistende brouwproces. Na lagering werd het bier in het voorjaar uitgebracht.

Overigens zijn er nog heel veel meer ontstaansverhalen van het bockbier bekend. Het leukste is misschien wel een verhaal dat in 1864 in de Nederlandse kranten verscheen over een weddenschap tussen een Brunswijker ridder en de hertog van Beieren over wie het zwaarste bier brouwde. De ridder moest na drie glazen Beiersch bier nodig een luchtje gaan scheppen. Buitengekomen viel hij om. Toen de hertog hem vroeg wat hij op de grond deed antwoordde de ridder dat de bok hem had omgestoten. "Een bok!, een bok!" riep de hertog schaterend van den lach uit. "Nu hebben wij een naam voor dat bier. Zoo zal het voortaan heten".


Bockbier in Nederland

Verkrijgbaar vanaf 2 december

Vanaf 1843 verschijnen in de Nederlandse kranten de eerste advertenties voor Münchener Bockbier. Bierbrouwerij De Struisvogel staat bekend als de eerste Nederlandse bockbier-brouwerij. In november 1854 verschijnt een advertentie waarin wordt gemeld dat het Bockbier en Kluinbier bij de brouwerij in Groningen verkrijgbaar is. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze brouwerij destijds in staat was ondergistende of Beiersche bieren te brouwen. Het ligt meer voor de hand dat het eerste Nederlandse bockbier in maart 1868 werd geïntroduceerd door de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij uit Amsterdam. Blijkbaar sloeg dit bier erg aan want een tweede levering volgt al op 1 december van hetzelfde jaar. Later volgen bockbieren van de andere Beiersche bierbrouwerijen zoals Het Schaap uit Zwolle (1870), Amstel (1872), Heineken (1874), de Hengelosche Stoom-Beiersch-Bierbrouwerij (1884), Van Vollenhoven (1887), De Drie Hoefijzers (1890) en Phoenix (1892). Waar het Münchener bockbier steeds in het voorjaar beschikbaar kwam, werd het Nederlandse bockbier bijna zonder uitzondering gepresenteerd als een najaarsbier dat alleen rond de wintermaanden werd uitgebracht van november tot maart.

Aan het eind van de eerste wereldoorlog hadden alle Nederlandse brouwerijen te kampen met grondstoffenschaarste en werd er nauwelijks bockbier gebrouwen. In 1920 adverteert Van Vollenhoven met een Vredes-Bockbier; Superieure kwaliteit als vóór den oorlog, die het slappe oorlogsbier moest doen vergeten.

In de periode tussen de twee wereldoorlogen krijgt de traditie rond het bockbier een vastere vorm. De brouwers die verenigd zijn in de Bond van Nederlandsche Bierbrouwers spreken onderling af om het bockbier op de tweede donderdag in december uit te brengen (1928). In sommige plaatsen, waaronder Amsterdam en in Zuid-Limburg, werd een jaarlijkse Bokbieroptocht of bokkentochten georganiseerd, waarbij de brouwers in optocht met versierde wagens het bockbierseizoen openden.

Gedurende de tweede wereldoorlog is er geen bockbier gebrouwen. In december 1940 verscheen dit bericht in de kranten:"Bockbier dat ieder jaar tusschen St. Nicolaas en Kerstmis in den handel wordt gebracht, zal thans niet verkrijgbaar zijn, omdat de brouwerijen geen toestemming hebben ontvangen voor de bereiding van deze biersoort in verband met de graanpositie van ons land". Ook toen in december 1945 het alcoholpercentage van het bier weer werd verdubbeld, hoefde men nog niet op bockbier te rekenen. Pas vanaf 2 december 1948 was er weer bockbier beschikbaar en in 1950 was ook het bockbier "weer best", in navolging van de landelijke campagne "Het bier is weer best".

In de jaren 1960 neemt de belangstelling voor het bockbier af. Op de aandeelhoudersvergadering van 1965 zegt de Heineken-directie ""Bokbier is nog wel een aardige attractie, maar geen commercieel artikel meer". In 1977 stopte Brand zelfs met het brouwen van bokbier en introduceerde als opvolger het Imperator, dat feitelijk een bockbier was (robijnrood met 6,5% alcohol) dat het hele jaar door verkocht kon worden.

Wanneer rond 1980 de interesse in speciaalbier begint op te komen, het Pint Bokbierfestival een vaste plaats op de bieragenda krijgt, en de Arcener bierbrouwerij haar eerste bovengistende bockbier brouwt, krijgt het bockbier een nieuwe impuls. Niet alleen verschijnen er bockbieren van de nieuwe kleine brouwerijen, maar ook steeds meer bokbieren van B-merken zoals bijvoorbeeld Sleutel en Hooiberg van Heineken en Schutters van Oranjeboom. De grote brouwers lanceren een gezamenlijke campagne waarbij ze afspreken hun bockbier pas op de eerste maandag van oktober uit te brengen.

Met de toegenomen belangstelling voor bockbier en bijbehorende omzetstijging ontstaat ruimte voor vernieuwing. Brand komt in 1988 voor het eerst met een Dubbelbock met 7,5% alcohol. Na Arcener Mei-bock (1983) en Raaf meibok (1986) komt Grolsch in 1992 als eerste van de grote brouwers met een Meibok en in hetzelfde jaar brouwt Heineken een Tarwebok.

Na ruim 170 jaar is bockbier niet meer weg te denken uit het Nederlandse bierlandschap. Bijna alle grote brouwerijen hebben nog steeds bockbier in hun assortiment. En ook veel van de kleine brouwers, die vanaf de jaren 2010 een bierrevolutie ontketenden, maken bockbier. Daarmee is bockbier de enige biersoort die door zowel jonge als oude, grote en kleine brouwerijen wordt gebrouwen. Een waarlijk Nederlandse biertraditie.

De bok heeft veel vormgevers geïnspireerd tot de mooiste etiketten. Op de themapagina [Bokken en geiten] staat een overzicht.